Is jouw puber wel eens angstig?

De puberperiode is een periode waarin veel verandert. Hierdoor kan een puber onzeker worden, maar ook angstig. Bijvoorbeeld angst voor ruzie met vrienden of angst om voor schut te staan voor de klas tijdens een spreekbeurt.

Pubers vinden het vaak moeilijk om over hun gevoelens te praten en drukken hun emoties op verschillende manieren uit. Ze kunnen boos en agressief of juist teruggetrokken, moe en prikkelbaar zijn.

Waardoor wordt je puber angstig?

 We voelen ons allemaal weleens gestresst. Veel stress kan bij een puber echter angstgevoelens oproepen.

Oorzaken van stress bij een puber kunnen zijn:

• werkdruk op school (huiswerk, tentamens, examens)
• problemen in omgang met leeftijdgenoten
• conflicten thuis met ouders
• het niet kunnen voldoen aan de verwachtingen van anderen en/of zichzelf

Hoe kun je zorgen dat je puber minder snel angstig wordt? 

• Leg samen de lat niet te hoog. Blijf reeël.
• Moedig je kind aan om zelf problemen op te lossen.
• Stimuleer je kind om deel te nemen aan sociale en recreatieve activiteiten.
• Bespreek gevoelens en hoe je met ingrijpende gebeurtenissen omgaat.
• Praat in duidelijke taal over bijvoorbeeld: roken, alcohol en seksualiteit.
• Reageer positief, zeg iets leuks over de dingen die je puber goed doet, vooral bij het omgaan met stress.
• Zorg voor consequente regels en het naleven hiervan. Hierdoor bied je je puber structuur. Je puber krijgt dan het gevoel dat zijn wereld veilig en voorspelbaar is.
• Zorg voor een prettige en ontspannen sfeer in huis.

Wat kun je doen als je vermoedt dat je puber angstig is? 

• Houd emoties en gedrag van je kind in de gaten. Wijzigingen in gedrag kunnen plotseling maar ook geleidelijk ontstaan, bijvoorbeeld voor examens maar ook in vrije tijd.
• Praat met je puber. Probeer te achterhalen of er de afgelopen periode iets is gebeurd waardoor hij/zij van streek is.
• Vraag en toon belangstelling voor wat hem/haar bezig houdt, zoals school, vrienden en sport.
• Neem de tijd voor je puber, neem hem/haar serieus en geef ook voldoende ruimte voor zijn/haar privacy.
• Pubers kunnen zich schamen voor hun angst en daarom niet toegeven dat ze bang zijn. Leg uit dat zo'n reactie niet vreemd is en dat je puber moet leren met deze (vaak nieuwe situaties) om te gaan.
• Sommige angstige pubers proberen school te mijden. Praat dan met de docent/ mentor, dit kan helpen om een duidelijk beeld te krijgen van wat er aan de hand is. Ook kan de school meedenken en vaak zijn er mogelijkheden voor begeleiding.
• Teleurstellingen en angsten maken deel uit van het dagelijkse leven. Een puber moet nog leren hier mee om te gaan. Het is belangrijk dat je als ouder begrip toont en je kind hierin ondersteunt.

 Lees ook: hoe werkt het puberbrein?