Veel peuterspeelzalen werken met een Peutervolgsysteem.Wat is dit?

Het observeren van peuters: iedere leidster doet dat als vanzelf. Ze ziet hoe een kind zich ontwikkelt en hoe het zich gedraagt in vergelijking met andere kinderen. In de meeste gevallen zal ze het gedrag van haar peuters wel kunnen volgen, maar het kan ook voorkomen dat ze behoefte heeft aan meer informatie.

Als een kind bijvoorbeeld altijd alleen speelt en weinig contact maakt met anderen, of als de taalontwikkeling van een peuter ver achterblijft bij die van groepsgenootjes. Misschien wil ze ook kijken hoe de groep het in z’n geheel doet in vergelijking met andere groepen leeftijdsgenootjes.

Om in kaart te brengen hoe de ontwikkeling van ieder kind verloopt, gebruiken de peuterleidsters meetinstrumenten. Het Peutervolgsysteem bevat zulke meetinstrumenten.

Dit systeem bestaat uit een observatielijst en drie toetsen waarmee leidsters de ontwikkeling van de peuters volgen en vergelijken met de ontwikkeling van andere kinderen van dezelfde leeftijd. Op deze manier zie je of je peuter zich goed ontwikkelt of dat hij/zij mogelijk een extra stimulans van jou als ouder of de leidsters nodig heeft.

Naar de basisschool

Als peuters naar de basisschool gaan, kan hun ontwikkeling daar op dezelfde wijze gevolgd worden als op de peuterspeelzaal of in het kinderdagverblijf. Hiervoor is bij Cito het Leerlingvolgsysteem ontwikkeld voor kinderen van groep 1 tot en met groep 8.
Omdat de toetsen Taal, Ordenen en Ruimte voor peuters met dezelfde schaal gemeten worden als de toetsen van het Leerlingvolgsysteem voor kleuters, kan de leraar van groep 1 en 2 de resultaten over de drie verschillende jaren (peuters, groep 1 en groep 2) met elkaar vergelijken.
  

(3133 9012 beoordelingen)
Terug naar boven