Hoe geef je je kleuter een opdracht?

De instructies die je aan je kleuter geeft, kun je gebruiken om hem of haar iets te laten doen. Bijvoorbeeld speelgoed opruimen of om bepaald gedrag te stoppen (bijvoorbeeld een ander kind slaan). Wanneer je kind regelmatig niet luistert, kan dit komen door de manier waarop je instructies geeft.

Valkuilen bij het geven van opdrachten zijn:

  • Te veel uitleg. Hoe meer instructies je geeft, hoe groter de kans dat je kind weigert.
  • Te weinig uitleg. Kinderen lijken soms ongehoorzaam, omdat je ze niet rustig hebt uitgelegd wat je precies van ze verwacht.
  • Te moeilijk. Soms zijn de eisen die je aan je kind stelt te hoog. Verwacht nog niet van een kleuter dat hij/zij de eigen kamer opruimt.
  • Te vaag. Als je alleen ‘STOPPEN’ of ‘HOU OP’ roept, helpt dat niet. Bijvoorbeeld als je kind op de bank springt. Zeker niet als je kind ook nog zijn/haar broertje eraf duwt en veel lawaai maakt. Je kind weet dan niet welk gedrag je afkeurt: het springen, de herrie of het duwen.
  • Vragen of je kind iets gaat doen. Instructies die je als een vraag stelt, kunnen ook problemen geven, zoals: ‘Wil je nu naar bed gaan?’ Bij zo’n vraag kan je kind gewoon ‘Nee’ zeggen.
  • Verkeerde timing. Als je een instructie geeft terwijl je kind lekker speelt of geboeid televisie kijkt. Dit vergroot dat de kans dat je kind niet luistert.
  • Van een afstand roepen. Instructies die je vanuit een andere ruimte roept, volgt een kind vaak niet op.
  • Emotionele lading. Soms kan een instructie je kind als persoon afwijzen in plaats van het ongewenste gedrag te corrigeren. Bijvoorbeeld als je zegt: ‘Wat ben je weer een klier’. Dit in plaats van ‘Stop met je zusje te slaan’. Kinderen zijn erg gevoelig voor persoonlijke afwijzingen en kunnen dan juist lastiger worden.

Tip 1

Voordat je een instructie geeft, is het belangrijk om te bedenken wat je precies wilt van je kind. Bepaal ook of je kind een keuze heeft om ‘nee’ te zeggen. Of dat hij/zij daadwerkelijk móet doen wat je zegt.

Tip 2

Geef een instructie op de volgende manier: ga naar je kind toe, zorg dat je zijn of haar aandacht hebt en leg duidelijk en rustig uit wat je wilt dat er gebeurt. Bedenk zo nodig alvast wat de consequentie is als je kind niet luistert. Geef je kind even de tijd om mee te werken. Prijs je kind als hij de instructie opvolgt: ‘Stefan, fijn dat je doet wat ik zeg.’

Tip 3

Als je kind de instructie niet opvolgt, pas dan een logische consequentie toe die past bij de situatie. Pak bijvoorbeeld het speelgoed af waar je kind op dat moment mee speelt. Of zet de computer even uit. Wanneer kinderen slecht blijven luisteren, vraag dan om aanvullende informatie of advies.

(3008 8935 beoordelingen)
Terug naar boven