Gedraagt jouw kind zich slecht op school?

Gedragsproblemen op school kunnen het leren negatief beïnvloeden en je kind belemmeren in de ontwikkeling. Dit ongewenst gedrag kan veel oorzaken hebben. Soms zijn de regels niet duidelijk, of heeft een overtreding van de regels niet de juiste consequenties. Kinderen kunnen onbedoeld beloond worden voor ongewenst gedrag. Bijvoorbeeld als ze er veel aandacht mee krijgen van de leerkracht of klasgenootjes. Dit soort gedrag kan ook een signaal zijn dat je kind leerproblemen heeft, of zich juist verveelt omdat het werk te gemakkelijk is. Samen met je kind kun je er veel aan doen om dit te voorkomen. Bij voorkeur in goed overleg met de juf of meester.

Tip 1: Vraag wat wel en niet goed gaat

Vraag je kind wat wel en niet goed gaat op school. Als er problemen zijn, probeer dan eerst te weten te komen wat je kind er van vindt, voordat je een gesprek hebt met de leerkracht. Begin niet meteen tegen je kind te preken. Vraag liever welke ideeën hij/zij heeft om het probleem op te lossen.

Tip 2: Bespreek het probleem met de juf/meester

Bespreek het probleem met de juf of meester. Doe dat niet tussendoor, maar maak daarvoor een afspraak. Vraag de juf of meester precies te beschrijven welk gedrag van je kind aanleiding geeft tot bezorgdheid. Doe je best om het probleem ook vanuit het standpunt van de juf of meester te begrijpen. Vertel hoe je kind zich thuis gedraagt en of hetzelfde probleem zich daar ook voor doet. Dit helpt de juf of meester om je kind beter te begrijpen.

Tip 3: Maak samen met je kind een plan

Maak samen met je kind een plan van aanpak voor een week om de problemen op te lossen. Gebruik daarvoor de ideeën die jij en je kind hebben en nuttige suggesties van de juf of meester. Bespreek aan het eind van de week met de juf of meester of er verbetering merkbaar is in het gedrag van je kind.

Tip 4: Stem de aanpak thuis en op school goed af

Als het ongewenste gedrag langer aanhoudt, is het belangrijk om de aanpak thuis en op school goed af te stemmen. Je kunt de juf of meester voorstellen een programma op te stellen voor het bijsturen van het gedrag van je kind. Bijvoorbeeld door een dagboek voor goed gedrag te maken. Vraag de leerkracht aan welke regels je kind zich moet houden. Schrijf deze regels op in het dagboek en maak een schema voor elke dag van de week. De juf of meester kan je kind punten geven voor elke regel. Stel het aantal punten dat je kind per dag moet halen vast. Ook is er ruimte voor positieve opmerkingen over het gedrag van je kind. Je kind neemt het dagboek elke dag mee naar huis en levert het de volgende dag weer in op school. Schrijf geen negatieve of kritische opmerkingen in het dagboek.

Tip 5: Motiveer je kind

Het is belangrijk dat je kind gemotiveerd is om zijn/haar best te doen. Als je kind zich goed gedraagt en de afgesproken punten haalt, geef hem/haar dan dagelijks een beloning zoals bijvoorbeeld een lievelingstoetje of iets langer opblijven.

Tip 6: Bepaal consequenties

Bepaal ook de consequenties voor als je kind zich niet goed gedraagt en de punten niet haalt. Bijvoorbeeld geen tv kijken of niet spelen met een vriendje. Waarschijnlijk wordt op school ook een sanctie toegepast als je kind zich niet aan de regels houdt.

Tip 7: Bespreek de voortgang

Maak na een week een afspraak met de juf of meester en bespreek de voortgang. Pas het programma eventueel aan. Bedank voor de medewerking. Als het goed gaat kun je de eisen tegenover je kind wat opschroeven. Spreek bijvoorbeeld af dat hij/zij pas een beloning krijgt als hij/zij twee of drie dagen achter elkaar de afgesproken punten haalt . Als je zover bent dat je kind zich de meeste tijd goed gedraagt, bouw dan het programma af.

(2799 8215 beoordelingen)
Terug naar boven