Gedraagt jouw kind zich onsportief?

Je sportief gedragen betekent je aan spelregels kunnen houden en tegen je verlies te kunnen. Van basisschoolkinderen wordt vaak verwacht dat ze meedoen aan sportactiviteiten. Veel kinderen vinden dit een leuke ervaring. Hierdoor leren ze andere kinderen kennen, samen te werken, verantwoordelijkheden te nemen en in competitieverband te spelen.

Wat is onsportief gedrag?

Onsportief gedrag kan variëren van vals spelen tot onbeheerst gedrag zoals schreeuwen tegen teamleden of driftbuien. Onsportief gedrag kan zich ook uiten in opscheppen als er gewonnen wordt en klagen of protesteren als er verloren wordt.

Waarom ontstaat onsportief gedrag?

Sommige kinderen gedragen zich onsportief omdat ze niet geleerd hebben om hun gedrag te beheersen en met frustraties om te gaan. Anderen hebben de regels van sportief spel niet geleerd. Zij gebruiken elk middel om te winnen. Er zijn ouders die hun kinderen toeschreeuwen vanaf de zijlijn als ze een bal missen, zich laten tackelen, vallen of niet genoeg inzet tonen. Sommige ouders stellen beslissingen van de scheidsrechter ter discussie of schreeuwen tegen de scheidsrechter of de tegenstanders. Dit gedrag geeft kinderen een slecht voorbeeld en wordt meestal veroorzaakt door een te grote focus op het winnen. Een te grote druk van ouders en anderen kan angst, stress en andere problemen bij kinderen veroorzaken. Tranen en buikpijnklachten komen voor, tijdens en na de wedstrijd geregeld voor.

Hoe kun je jouw kind helpen sportieve vaardigheden te ontwikkelen?

 
Tip 1

Stimuleer je kind om aanwezig te zijn en op tijd te komen, zodat je kind niet wordt gezien als iemand waar je niet op kan rekenen. Als je kind ziek is of als er iets anders aan de hand is laat de trainer dan weten dat je kind niet komt.

Tip 2

Bezoek de training en ga zo vaak mogelijk mee met sportevenementen, vooral als het de eerste keren betreft dat je kind mee doet. Dit kan helpen om onzekerheden van je kind betreffende de nieuwe activiteit te verminderen. Het geeft je gelijk de mogelijkheid om te zien op welke manier er gecoacht of les gegeven wordt.

Tip 3

Werk samen met de trainer of coach van je kind en ondermijn zijn/haar mening niet. Bemoei je er niet mee als de trainer bezig is met je kind, behalve als je bezorgd bent om de lichamelijke veiligheid van je kind. Spreek de trainer op een rustig moment en op een rustige manier op zaken aan als er geen anderen bij zijn.

Tip 4

Probeer om geen negatief commentaar te geven of onenigheid te krijgen.
Prijs sportief gedrag. Kijk naar wat je kind goed doet in de training of tijdens de wedstrijd. Vergelijk de prestaties van je kind liever met zijn voorgaande prestaties, dan met prestaties van andere kinderen.

Tip 5

Prijs je kind na de training of wedstrijd om je kind te motiveren zich te verbeteren. "Je hebt heel goed gekeept vandaag, ik zag je heel moeilijke ballen houden". Wees bemoedigend na de wedstrijd. Winst, verlies of gelijk spel, zeg iets positiefs over de prestaties van je kind. Feliciteer je kind met zijn/haar inzet.

Tip 6

Laat het aan de trainer over om kritiek te geven. Als je kind jou vraagt hoe hij/zij zijn/haar prestaties kan verbeteren, geef dan enkele suggesties. Je kind leert meer van enkele tips die je zelf kan demonstreren dan van een hele lijst van aanmerkingen.

Tip 7

Als je kind onsportief gedrag vertoont, leg dan uit wat het probleem is en benoem de consequenties van zijn/haar gedrag. Als je problematisch gedrag ziet tijdens een wedstrijd, wacht dan tot de activiteit voorbij is. Vertel je kind wat het fout heeft gedaan: "Je racket in het net gooien is onsportief". Vertel wat je kind anders had moeten doen: "Als je je gefrustreerd voelt tijdens de wedstrijd, haal dan een keer diep adem en tel tot tien."

Tip 8

Benoem daarna de consequentie van zijn/haar gedrag zoals, een wedstrijd missen of direct na de wedstrijd naar huis moeten. Als je kind een teamsport doet, is het oneerlijk naar de rest van het team als je kind niet mag spelen als een consequentie van wangedrag. Kies voor een consequentie die alleen je kind betreft.

Tip 9

Als problemen aanhouden:

  • Stel regels op waaraan je wilt dat je kind zich houd, bijvoorbeeld: kalm blijven, spreek op een vriendelijke toon, volg de instructies van je trainer op.
  • Leg aan je kind uit dat hij/zij punten kan verdienen door zich aan de regels te houden. Verdeel de sportactiviteit in kortere tijdeenheden, afhankelijk van hoe vaak je kind zich gewoonlijk misdraagt. Bijvoorbeeld, als je kind zich elke 10 minuten wel een keer misdraagt, laat hem/haar dan een punt verdienen voor elke 10 minuten dat hij/zij zich aan de regels houdt.
  • Leg aan je kind uit dat hij/zij de verdiende punten aan het eind van de wedstrijd kan inwisselen tegen een beloning. Beslis hoeveel punten je kind moet halen om een beloning te verdienen en bepaal wat de beloning is. Dit kan bijvoorbeeld zijn: een vriendje uitnodigen na de wedstrijd of extra trainingstijd. Vertel je kind wat hij/zij kan verdienen als het doel is bereikt.
(2505 7240 beoordelingen)
Terug naar boven