Inbakeren: waarom en hoe doe je dat?

Onrustige baby's hebben vaak een slecht slaappatroon. Ze kunnen zich moeilijk overgeven aan de slaap en worden steeds vaker door de ouder in slaap geholpen. Als ze slapen zijn het vaak korte hazenslaapjes. Herken je dit bij je baby? Begin dan met rust, regelmaat en prikkelreductie.

Inbakeren is een goed hulpmiddel om de onrust bij het (in)slapen weg te nemen en om langer door te slapen. Je baby wordt daarbij door twee doeken begrensd, waardoor hij/zij in lichaamsbewegingen wordt beperkt. Zo voorkom je dat je baby ongecontroleerd armen en benen beweegt en zich daarmee wakker houdt. Je baby kan zich zo beter aan de slaap overgeven.

Inbakeren is een tijdelijk hulpmiddel om te komen tot een eigen regelmatig slaap- en waakpatroon, waarbij het kind voldoet in de eigen drink-, speel- en slaapbehoefte. Inbakeren gebeurt alleen tijdens de slaapmomenten. Na het slapen verwijder je de doeken. Als je baby een regelmatig slaappatroon heeft ontwikkeld, kun je na 6 tot 8 weken het inbakeren weer afbouwen.

Stap 1: Baby onderzoeken

Laat, voordat je met inbakeren begint, je baby door een arts van het consultatiebureau onderzoeken. De arts moet andere oorzaken voor het huilen dan onrust en afwijkingen waardoor je niet mag inbakeren uitsluiten. Baby's met een heupafwijking mogen bijvoorbeeld niet worden ingebakerd. Je mag je baby ook niet inbakeren bij koorts, een luchtweginfectie en de eerste 24 uur na een vaccinatie.

Stap 2: Veilig inbakeren

Laat de verpleegkundige van het consultatiebureau voordoen hoe je je baby inbakert. De doeken moeten op de juiste manier omgedaan worden voor het gewenste effect. In plaats van twee losse doeken kun je ook een kant en klare inbakerdoek gebruiken, bijvoorbeeld de Pacco. Laat je door je consultatiebureau adviseren over de soort doek. Lang niet alles is geschikt. Lees meer over veilig inbakeren.

Stap 3: Geef niet op

Als je met inbakeren begint, geef dan niet te snel op. Je baby zal zich in het begin misschien verzetten tegen de doeken. Als het inbakeren, altijd in combinatie met rust en regelmaat, op de juiste manier wordt toegepast, zie je waarschijnlijk na enkele dagen resultaat. Het is nodig om ongeveer 6 weken achter elkaar in te bakeren. De baby heeft dan tijd om te wennen aan de regelmaat in het patroon. Stop je te snel, dan bereik je het tegenovergestelde effect. Gebruik als handleiding het boekje 'Inbakeren brengt rust' erbij. Als je na drie dagen geen verandering merkt, of het huilen zelfs toeneemt, ga dan in ieder geval terug naar je consultatiebureau.

Stap 4: Tot 6 maanden starten

Je kunt je baby in principe inbakeren in de leeftijd tussen 0 en 6 maanden. Daarna wordt de kans op omrollen groter. En dat is gevaarlijk, omdat je baby ingebakerd niet op zijn armpjes kan steunen en minder gemakkelijk weer naar de rug kan draaien.

- Start niet meer met inbakeren vanaf de vierde maand
- Stop met het inbakeren wanneer je kind begint te draaien
- Stop het inbakeren als je kind 6 maanden oud is

Stap 5: Afbouwen na 7 maanden

Start met afbouwen na ongeveer 7 tot 8 weken inbakeren. Je kunt in één keer de doeken vervangen door een passende slaapzak (met mouwtjes voor een begrensd gevoel). Of stapsgewijs afbouwen door bijvoorbeeld eerst een armpje uit de doeken te doen en als dat goed gaat een volgend armpje. Begin met afbouwen bij het beste slaapje. Neem de tijd voor het afbouwen. Je baby is immers gewend geraakt aan de doeken. 

Meer over baby's en inbakeren

Bron: Inbakeren brengt rust, Ria Blom sept 2005, De Bakermat

Voor meer informatie over inbakeren kun je terecht bij het consultatiebureau.

Meer lezen? "Regelmaat en inbakeren. Voorkomen en verhelpen van huilen en onrust", 240 blz. 8e druk, augustus 2008. Uitgever: Christofoor 

(3395 9778 beoordelingen)
Terug naar boven