logo-loes

De kunst van het verliezen

'Meedoen is belangrijker dan winnen, zei mijn moeder vroeger als we spelletjes deden', vertelt Marlies. 'Ik kom uit een gezin van zeven kinderen. We waren dol op spelletjes. Nu heb ik zelf drie zonen van 10, 8 en 6 jaar oud. Spelletjes doen gaat niet zonder slag of stoot.

Vooral Jesse (6) en Jeroen (8) kunnen slecht tegen hun verlies. Het valt me op dat Jesse snel opgeeft als hij iets niet kan. Hij wil geen partijtje voetballen met zijn broers of met de buurjongens. Als hij merkt dat hij verliest, is hij snel in tranen en stopt er mee. Hij doet er ook al een jaar over om te leren fietsen zonder zijwieltjes, want steeds geeft hij op na een enkele poging. Met andere dingen is hij juist behendig. Als de jongens gaan vissen in de sloot achter het huis, vangt hij het ene voorntje na het andere. Dat vindt hij geweldig. Ook in Memory is hij erg goed; hij kan goed onthouden.

Jeroen, onze middelste, wordt giftig als hij verliest met kaarten. Hij wordt dan enorm chagrijnig en zegt dat hij er niks aan vindt. Voetballen doet hij in een leuk team met goede vriendjes. Ook dan is hij fanatiek en wil hij graag winnen. Toch neemt hij zijn verlies dan wel. Misschien omdat het verlies gedeeld wordt met het hele team?

Jonas (10) kan het beste tegen zijn verlies, al wil hij ook graag de eerste, de beste, de snelste of de winnaar zijn. Maar ja, die jongens willen zich nou eenmaal graag laten gelden.'

Kinderen moeten leren omgaan met winnen en verliezen. Het is fijn als ouders de tijd nemen om regelmatig een spelletje met hun kinderen te doen, zodat ze zowel het plezier van winnen, als de frustratie van verliezen ervaren. Soms zit het mee, soms zit het tegen. Bij samen spelen staat plezier voorop. Winnen is heel leuk, maar je kunt ook op andere manieren plezier hebben. Ouders kunnen het voorbeeld geven door zelf niet alleen de nadruk te leggen op winnen.
Marlies toont begrip voor de gevoelens van de jongens als ze verliezen, maar ze maakt het niet te groot: 'Het is geen drama, volgende keer beter!'

Jonas (10) heeft ook nog wel tips: 'Ik heb heel vaak verloren, dan leer je het vanzelf. Verliezen vind ik nog steeds stom, maar ik hoef niet meer te huilen zoals vroeger. Ouders moeten hun kind gewoon even met rust laten en het dan opnieuw proberen', merkt hij op.
Jeroen vult aan dat het ook helpt om spelletjes te doen op de computer. 'Tegen de PC verliezen is minder erg. Dan merkt niemand het en doe ik het gewoon opnieuw. Als je dan een keer verloren hebt, is het juist extra leuk om de volgende keer te winnen. 'Eigenlijk...', vindt hij, 'is een uur spelletjestijd per dag op de laptop echt te kort!'

Gezineke Verschoor
Orthopedagoge jeugdgezondheidszorg
GGD Twente