Heb je een vraag? Dan kun je die online stellen. Je ontvangt binnen twee werkdagen antwoord.
Liever een persoonlijk gesprek? Kijk dan bij Loes locaties voor het telefoonnummer of adres van Loes in jouw gemeente!
Stel je vraagHet fenomeen ‘tweeling’ brengt meestal wel wat teweeg in gesprekken of op straat. Toen mijn kinderen nog babies waren werd ik echt heel vaak aangesproken. Nu ze ouder worden beduidend minder. Maar als iemand het ziet dan krijg ik steevast de vraag: ‘Lijken ze op elkaar?’. Omdat zij broer en zus zijn gaat het er dan niet om of ze op elkaar lijken qua uiterlijk, maar wel hoe ze qua karakter zijn.
Mijn antwoord is altijd duidelijk: hun karakters zijn heel verschillend. En dit verschil is ook terug te zien in hun voorkeuren in speelgoed en hoe te spelen. Daarnaast lijken ze niet op elkaar als het gaat om slapen, wakker worden, iets duidelijk maken, hoe ze ontspannen, hun eetvoorkeuren etcetera. Het zijn dus gewoon broer en zus die toevallig op dezelfde dag zijn geboren.
Mensen willen graag iets mythisch horen over tweelingen. Dat ze elkaars gedachten raden, niet zonder elkaar kunnen leven of, wat je wel eens leest, dat ze jaren apart van elkaar toch dezelfde keuzes blijken te hebben gemaakt. In ons geval vind ik het altijd wat minder sprookjesachtig. Misschien komt het door hun eigen karakters. Ze begonnen voor hun eerste jaar al met ruzie maken en dit hebben ze met verve weten voort te zetten. De term ‘tweeling escalatiesyndroom’ is geen grap, maar is iets waar wij volledig bekend mee zijn. Het lijkt dan alsof je zeker 3 kinderen hebt en de snelheid waarmee en hoe een situatie ontploft is bijna fascinerend te noemen.
De jaloezie en de strijd lijkt mettertijd te verminderen. Ze spelen nu vaker goed samen en hebben dan veel plezier. Wat een zegen is het, want die extreme strijd vind ik oprecht een van de moeilijkste dingen van het tweeling-ouderschap. Het kan ook vergelijken in de hand werken, want je hebt het toch over gedragingen van beide; zeker als ze opvallen. Zowel thuis met elkaar als met anderen.
Maar we doen ons best. We noemen ze nooit ‘de tweeling’. Ze hebben allebei een naam gekregen en die horen ze. We doen veel dingen om en om, maar de helft van de tijd vergeet ik de volgorde en dat is natuurlijk niet eerlijk mama! Maar hé, zeg ik dan; het leven zelf is ook niet eerlijk. We zetten af en toe bewust tijd in met hun individueel en daar genieten we dan allemaal van. We houden rekening met voorkeuren in speelgoed, krijgen niet meer alles dubbel. Ze zijn een persoontje op zichzelf.
Ooit werd ik aangesproken door een moeder met een identieke tweeling. Zij zei tegen mij: ‘Ik ben blij dat ik een echte tweeling heb’. Ik begrijp de magie van een identieke tweeling. Het lijkt mij heel apart om twee dezelfde gezichtjes in huis te hebben lopen. Maar wat ben ik trots op mijn eigen tweeling, 2 felle, eigen karakters en 2 geslachten. Zoveel verschillen. En dat er dan toch iets is tussen hun dat ik niet kan vangen. Iets waardoor ze niet bestaan zonder elkaar. Broer en zus op wonderlijke wijze, elkaars tweede helft vanaf het begin. Ze kunnen niet met, ze kunnen niet zonder maar ze zijn elkaars schaduw. Eenzaamheid kennen ze niet. Je hoeft iets wat er altijd is niet per se te zien. Het is ongrijpbaar, maar het is er echt. Goh, zijn ze toch nog een mythe.
Liefs van een Tweelingmoeder